TWENTE
Hierboven is een typisch Twents esdorpen landschap te zien.
Esdorpen
Vanaf de middeleeuwen is men begonnen met het bemesten van de akkers. De mest bestond grotendeels uit potstalmest, gemengd met heideplaggen en bosstrooisel. Door telkens een nieuwe laag aan te brengen op de akkers kwamen deze hoger te liggen in het landschap. Dit type akkers werden essen genoemd in Twente.
​
De dorpen die bij deze essen lagen, werden esdorpen genoemd. De boeren in het Twentse esdorp werkten samen. De een verzamelde de schapen bij de brink, de rand van het dorp, en nam ze mee naar de heide waar ze overdag konden grazen, en de ander bewerkte het land op de essen.
​
Weilanden en hooilanden maakte ook deel uit van het ensemble "esdorp". Op de weilanden, dichter bij het dorp gelegen, graasde het grotere vee, zoals de runderen en paarden. De hooilanden dienden als "akker" voor het voedsel voor de winter.
​
Essen waren grote stukken bouwlanden die onregelmatig verkaveld waren. Elke boer had zijn eigen stukje, die deel uitmaakte van de grote es die gemeenschappelijk was ontgonnen.
​