TWENTE
Vorming van het land
Het ontstaan en de vorming van het landschap wordt ook wel geomorfologie genoemd. Hierbij worden verschillende elementen bestudeerd zoals het reliëf, het omschrijven van de verschillende vormen, de hoogteverschillen, de genese en de ouderdom. Hiernaast is de geomorfologische kaart van Twente weergegeven.
In Twente zijn drie fysische processen die het landschap hebben gevormd. Een van de fysische processen zijn de fluviatiele processen. Bij deze processen vindt erosie en afzetting plaats door rivieren. Een ander fysisch proces is een glaciaal proces. Bij een glaciaal proces zijn aardkundige waarden ontstaan door ijs- en poolomstandigheden. Daarnaast hebben ook eolische processen invloed gehad op het landschap van Twente. Bij deze processen heeft de wind met name dekzand afgezet.
​
​
Fluviatiele processen
​
Voordat er perioden aanbraken met een aantal ijstijden en het daarbij horende landijs, zijn er pakketten grove, witte zanden en grind in Twente afgezet. Dit materiaal is hier voornamelijk afgezet door rivieren uit oostelijke richting en een voorloper van de Rijn.
​
Glaciale processen
​
Tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saalien, is het landijs uit Scandinavië tot Midden-Nederland geduwd. Ook Twente was bedekt onder een laag ijs. Het landijs is constant in beweging, door het contact met de ondergrond, waardoor er verschillende landvormen kunnen ontstaan. Door opstuwing van het landijs op de eerdere, voornamelijk fluviatiele afzettingen, zijn stuwwallen gevormd.
​
Stuwwallen
De stuwwallen in Twente zijn ontstaan door een duwende werking die het landijs uitoefende op de bevroren bodem, hierdoor werd de bodem omhoog geduwd. Waardoor er heuvelruggen zijn ontstaan in het landschap. De heuvels kunnen soms meer dan honderd meter hoog zijn. De vorm van de stuwwallen zijn vaak langgerekt, ook groeien er vaak bossen op de stuwwallen. Door eroderende processen zoals vorst, wind en water zijn de toppen van de stuwwallen afgesleten.
Geomorfologische kaart van Twente
Grondmorene
Nadat het landijs in Twente begon te smelten bleef het keileem materiaal achter. Keileem is een mengsel van klei, leem zand en grotere keien. Dit wordt de grondmorene genoemd. Grondmorenes zijn aan de onderkant van de gletsjer gevormd en hebben daarom dezelfde tongvorm als de gletsjer zelf. Grondmorenes zijn vaak donkergrijs of lichtgrijs van kleur. De grondmorenes in Twente liggen bij de stuwwallen en zijn vaak begraven onder een laagje zand, veen of klei.
De vorming van stuwwallen in Twente
Fase 1: Twente is bedekt onder een laag ijs en onder het ijs is een laag keileem afgezet.
Fase 2: het landijs oefende een duwende beweging uit op de bevroren bodem.
Fase 3: Door een enorme druk van het landijs wordt de bodem omhoog geduwd en zo ontstonden de stuwwallen van Twente.
Eolische processen
​
Eolische processen zijn processen die door de wind veroorzaakt zijn. De wind kan lichte gronddeeltjes oppakken, transporteren en afzetten. De grove korrels worden over kleinere afstanden verplaatst terwijl de lichtere korrels veel verder worden afgezet. Waar het zand wordt afgezet is afhankelijk van een aantal factoren zoals het reliëf en de vegetatie.
​
Afzetten van dekzand
Na de laatste ijstijd heerste in Nederland een droge en koude periode, waardoor het landschap een soort poolwoestijn was. Hierdoor was ook in Twente weinig tot geen begroeiing mogelijk en had de wind vrij spel. Daardoor konden de fijne zanddeeltjes van de stuwwallen worden geblazen en zorgden zo voor grote zandverstuivingen. Dit dekzand is in Twente als een deken over het landschap gelegd.
​
Vorming van dekzandruggen
Daarnaast zijn in Twente dekzandruggen gevormd. Nadat het eerste dekzand was afgezet kwam er meer begroeiing op het land. Hierdoor was de vegetatie beter in staat om het zand vast te houden en het dekzand bleef beter liggen. Dit proces heeft ervoor gezorgd dat er in Twente reliëf is ontstaan, ook wel dekzandruggen genoemd.
​