TWENTE

Veenvorming

Hoogveen op arme grond

Regenwater wat op neerkomt op zandgronden, trekt meestal meteen in, maar op sommige plaatsen in Twente weerhoudt een keileemlaag onder het zand de regen tegen. Zowel het zand als het regenwater zijn mineraalarm, waardoor de meeste planten hier niet op kunnen groeien. Veenmos kan hier juist wel uitstekend op leven en neemt het regenwater op. Verzadigd veenmos bestaat voor 90% uit water en groei richting boven. Terwijl het veenmos omhoog groeit, sterft het onderste gedeelte af waardoor je een laag levend, veenmos, op dood materiaal, hoogveen, krijgt. Dit wordt een hoogveenbult genoemd. Dit proces continueert waardoor het veenmos, als het hoog genoeg is, niet meer bij het grondwater kan en dus volledig afhankelijk is van regenwater.

 

Hoogveen op laagveen

In open water, bijvoorbeeld een beekje, groeien planten zowel in het water als aan de rand. Deze planten sterven af, waardoor meer dood plantenmateriaal in het water terecht komt dan dat de bacteriën volledig kunnen omzetten. Hierdoor ontstaat er laag aan organische stof en stroomt er steeds minder water door het beekje. De bodem van het dichtgeslipte beekje is dus gemaakt van veen. Als al het water op is, houdt het ontwikkelen van het laagveen op. Hierna kan echter weer het veenmos opduiken en op dezelfde manier te werk gaan als bij hoogveen op arme grond.  Uiteindelijk ontstaat er een laag laagveen, gehumificeerd plantenmateriaal, met daarboven een laag hoogveen, gehumificeerd veenmos materiaal, en daarop weer levende planten.

​